Nee, niet mijn trip naar Rome.
Journey.
Deze week kwam ik er eindelijk aan toe om dit PS3-spel te spelen. Uiteraard had ik al veel (of alleen maar?) positieve berichten gehoord over dit spel.
Inmiddels heb ik hem drie keer rondgespeeld. En ik ben er nog stil van. Zoveel schoonheid.
Ik speel graag games met nieuwe concepten. En als iemand de vergelijking maakt met Dear Esther, dan begrijp ik dat. Ook dat “spel” was mooi. Maar Journey is van een andere categorie. Werkelijk alles klopt aan de beleving van dit spel.
Heel toevallig ben ik deze week ook begonnen met Ni No Kuni. Een mooi spel. Het maakt echter qua timing natuurlijk geen schijn van kans op mijn waardering. Terwijl het zeer mooi geproduceerd is door een studio die in dezelfde stijl een aantal van mijn favoriete animatiefilms heeft gemaakt. Maar Ni No Kuni neemt zijn publiek niet serieus.
Je krijgt overdreven uitgekauwde uitleg, die geschikt is voor een vijfjarige. Vervolgens doe je de meest stompzinnige “klusjes”. Je voelt er niks bij. Je haalt er geen voldoening uit. Je leeft niet mee met de hoofdpersoon. De spelmechanieken prikkelen niet het brein. Het is als een goed verhaal dat slecht is geschreven. En ik speel het, en ik denk alleen maar…
Journey.
Want die neemt zijn publiek wèl serieus. Zeer. De beleving is zo ont-zet-tend verfijnd, zo geniaal en met zoveel zorg. Het is een drie-sterren restaurant, het is een Coen Brothers film, het is klassieke muziek van de beste harpisten en violisten.
En dan zijn er de discussies: Is dit nog wel een spel? Sommigen beweren dat je dit een experience moet noemen. Anderen gaan zover om het als kunst te bestempelen.
Jongens, het maakt niet uit. Spéél.
Het is een reis om nooit te vergeten.