Zaterdag 18 april 2015. 18:21 uur.
Vannochtend was ik al vroeg wakker, 6 uur. Ik merk dat ik eindelijk lekker en diep heb geslapen. Het bed is goed, de temperatuur is goed, de stilte is oh zo goed. Wat is het toch genieten. Ik heb voor vannochtend een stadswandeling geboekt, en moet me om 9:15 ergens in het centrum melden. En aangezien ik nog niet precies weet hoe en van waar de bussen rijden, wil ik voldoende tijd hebben.
Rond kwart over 7 rijd ik weg van het huisje. Ik parkeer weer bij de supermarkt in Bagno a Ripoli, waar ik gisteren boodschappen heb gedaan. Dan is het even zoeken, maar al snel vind ik de Via Roma, de verkeersader door het dorp. En zowaar, bij de farmacia zie ik een bushalte. Er staan aardig wat mensen, vooral kinderen in de leeftijd van 14-16 jaar. Na enige tijd komt er een bus. “Vado a Firenze?” vraag ik aan een meisje dat instapt. Dat klinkt heel wat, maar ik besef dat ik vraag: “Ga ik naar Florence?”. Maar ze snapt toch wat ik probeer te vragen.
“No.”, zegt ze. “Va a Sperone (ofzoiets.)”
Even later komt er nog een bus. Ik vraag nu goed aan de chauffeur: “Vai a Firenze?”
“Sì.”
Ik stap in en toon hem een 2-euro muntstuk. Ik had immers gelezen dat als je nog geen buskaartje hebt, dat je dan voor een hogere prijs ook een bij de chauffeur wel een kaartje kan kopen. Nou, bij deze niet.
“No, no ticket!”, zegt hij.
Ik wil weer uitstappen, maar hij gebaard naar me.
“Come! It’s just five minuti!”
Kijk, chauffeurs die zwartrijden aanmoedigen. Respect. 🙂
Zo’n tien minuten later steken we de Arno over. In de verte zie ik Ponte Vecchio en il Duomo. (waarvan ik later op de dag zou leren dat het niet Duomo heet vanwege de koepel (“Dome”), maar vanwege het woord Domus, Huis van God.) Niet veel later draait de bus de parkeerplaats bij het station op. Daar zijn we dan.
Ik loop eerst de stationshal in. Nog iets gelezen: Bij bijna elke Tabacchi (kiosk) zou je buskaartjes kunnen kopen. Dus ik in het station naar zo’n ding.
“No, no ticket. Inside.”
De man gebaard me een kant op en als ik daarheen loop zie ik dat er een aparte hal voor de loketten is. Ik zie zo 1-2-3 echter alleen maar loketten voor treinkaartjes (later op de dag komt ik hier nog terug), en denk dan: Ach, laat voor nu maar. Eerst maar eens zorgen dat ik op tijd bij m’n afspraak kom.
Als ik het station uitloop, loop ik een amerikaan tegen het lijf.
“Turisti?”, vraagt hij.
Yep. Hij geeft me een Firenze kaart en een busticket. Nog 24 uur geldig, zegt hij. (ik weet: ze kosten 72 euro en zijn 3 dagen geldig. Hiermee kan je gratis alle musea in, met voorrang.)
Geweldig man, bedankt! Goeie reis! Kijk, als je de bustickets niet kan vinden, dan vinden ze jou wel 🙂
In de stad is het even zoeken. Ik weet sowieso het adres niet uit mijn hoofd en kom erachter dat ik het niet in mijn TomTom heb gezet. En als ik mijn roaming op mijn telefoon aanzet, merk ik dat in geen verbinding krijg. Kut. Het was in de buurt van de Duomo, weet ik nog, dus eerst maar eens die richting op. Even later krijg ik alsnog verbinding en kan ik het adres terugvinden.
Via de’ Sassetti 1, tweede verdieping.
Een van de mooie dingen van deze stad is dat het centrum heel compact is, dus je loopt overal zo heen. Een kwartiertje later sta ik bovenaan een trap, waar ik bij een receptioniste mijn naam afgeef.
Ze zegt dat ik beneden bij de voordeur mag wachten. Tussen 9:15 en 9:30 vertrekken de gidsen. Oh, een van de gidsen is ook een Nederlander, zegt ze.
Terwijl ik buiten wacht, maak ik kennis met Steve en Julia, een amerikaans stel uit Seatle.
Hij vertelt me dat ze hadden afgesproken om ter ere van hun 25-jarig huwelijk op vakantie te gaan naar Italië. Het kwam er maar niet van en nu zijn ze op hun 40-jarig huwelijk alsnog gegaan.
Mooi toch 🙂 Ze hebben al enkele dagen in Venetië doorgebracht, en dit is hun laatste dag in Florence. Daarna gaan ze zuidwaarts om ergens op een boerderij nog een tijdje te verblijven voor ze weer huiswaarts gaan. Toch grappig hoe je dit soort random ontmoetingen kan hebben 🙂
Ah, de gidsen zijn gearriveerd. De Nederlandse Klaas (en ook meteen 2x zo lang als de gemiddelde italiaan) en de britse Joanne. Ik wordt bij “Jo” ingedeeld en terwijl het nu toch echt begint te regenen, neemt ze ons mee de straten door. Dit vind ik toch wel een bijzonder prettige ervaring, moet ik zeggen. Je komt dingen te weten over de architectuur en de geschiedenis van gebouwen die je zelf anders echt niet zou ontdekken. Ze neemt ons mee naar een aantal kerkjes, o.a. Orsanmichele waar ik graag heenwilde, als Chiesa della Santa Tritità, kerk van de heilige drie-eenheid. Daar legt ze uit wat de symbolische tekens op de gevels en fresco’s zijn. Ze weet een heel interessant verhaal te vertellen over een fresco van Vasari, de meester van Michaleangelo. Ze kent ook echt elk personage op de schilderingen. (later kom ik erachter dat ze aardig wat kunstgeschiedenis en literatuur studies achter de kiezen heeft)

Het jongetje dat op de doodskist zit, is dezelfde die op de achtergrond uit het raam kukelt en overlijdt. St. Francis brengt hem weer tot leven.
Ook interessant: Helemaal rechts zie je een man met zijn handen in zijn zij naar de “camera” kijken. Dat is een zelfportret van de schilder zelf.
En dan nog een leuk detail: Het gebouw aan de rechterzijde, waar de mensen uitlopen, is de Santa Trinità zelf! Fresco-ception!
Een van die interessante details gaat over een gebouw tegenover de Chiesa della Santa Trinità. Het is een gebouw met een afwijkende stijl. Er zijn zuilen in het midden van de ramen aangebracht, in plaats van ernaast. En de inkepingen langs de nuur zijn niet opgevuld met beelden. Dit leverde de architect in de 16e eeuw behoorlijk veel kritiek op. Hij was het niet met die kritiek eens en heeft daarom boven de deur deze latijnse spreuk neergezet:
“Carpere promptius quam imitari”: “Criticizing is easier than imitating”




Ik geniet volop. Orsanmichele, het hoofdkwartier van de wol-gilde, Chiesa della Santa Tritità, Piazza della Republica, Ponte Vecchio, Palazzo Strozzi, Palazzo Vecchio aan het Piazza della Signoria, het beroemde stadshuis, met daarvoor (een replica van) de nog beroemdere David van Michaelangelo.

Die knakker is niet klein! Ook hebben we vanaf hier zicht op de Loggia dei Lanzi, het overdekte stuk waar imposante beelden te bewonderen zijn. Het is flink druk hier zo op de zaterdag, maar het is ook goed te begrijpen waarom.


Uiteindelijk brengt Joanne ons naar Il Duomo. Goeie mensen zeg. Dit is toch redelijk onbeschrijvelijk. Dit gebouw is imposant met een hoofdletter I, en dat komt van iemand die al wist waar hij naartoe ging. Het is zo groot en er is zo be-lach-e-lijk veel detail aangebracht, it boggles the mind.


Nadat ze het een en ander heeft vertelt over hoe Brunneleschi de koepel gebouwd heeft (het heeft decennia zonder koepel gestaan, omdat men niet wist hoe ze zo’n grote koepel moesten maken), neemt Joanne ons mee naar de ingang. We mogen zelfs even naar binnen.
In vergelijking met de buitenkant is de binnenzijde bijna saai te noemen. Het is echt één grote hal met lelijke cement-achtige pilaren. Ook de muren zijn niet overvol gekalkt met franje. Ons wordt uitgelegd dat dit komt omdat de kathedraal eigendom van de stad was, en niet toebehoorde aan een specifieke orde. Dus het behield altijd enige neutraliteit.
Heel interessant is dat er een eigenaardige klok hangt. De klok beweegt tegen de klok in en de één staat onderop. Joanne legt uit dat dit niet een gewone klok is, maar een kerkse klok. Één uur betekende vroeger het uur van zonsondergang. Een uur daarvoor zouden de klokken luiden, zodat iedereen in de omgeving wist: Als ik nog de stad in wil moet ik nu gaan, want bij zonsondergang worden de poorten gesloten. Toch weer interessant 🙂

Ook zien we hier de fresco van John Hawkwood, waarover ik had gelezen. De engelse huurstrijder, die voor Florence heeft gevochten. En achterin, waar we niet mogen komen op dat moment, zien we een deel van de koepel die aan de binnenkant is beschilderd. Het Laatste Oordeel. Man, wat een werk moet dat zijn geweest! Ik kan eronder de balustrades zien waarover mensen lopen.

Joanne zegt dat hier onze tour ophoudt. We leveren ons radiootje in, bedanken haar voor de mooie verhalen en zeggen vaarwel. Dan kom ik Steve, die in de andere groep zat, nog even tegen. We schudden elkaar de hand en wensen elkaar buon viaggio. Terwijl mijn groepsgenoten allemaal aftaaien, struin ik binnen nog wat rond. En toevallig, de groep is nog geen vijf minuten weg, of het hekje wordt weggehaald wat toegang biedt naar de achterzijde van de kathedraal, recht onder de koepel! Toppie 🙂 Eens kijken of dat te fotograferen valt.

De zwarte rand die je eromheen ziet is de ballustrade waar ook mensen lopen.
Als ik uiteindelijk de kerk uitstap is het ongeveer twee uur. Bij een barretje koop ik een flesje water. Dan loop ik naar de nabij gelegen Babtistry om nog even te kijken naar (een replica van) de bronzen deur van Ghiberti, het meesterwerk waaraan hij 25 jaar heeft gewerkt. Helaas is de Baptistry ingepakt in beschermend zijl, ter restauratie, maar de deur is wel te bezichtigen. Het is mooi, maar het is erg druk en met dit grijze weer is het volgens mij niet de ultieme sensatie die het kan hebben. Als de zon schijnt wil ik hier graag nog een keer terug om wat mooie foto’s te maken.
Terug op de Piazza della Signoria ga ik de Loggia binnen en ga aan de achterzijde op een bankje zitten. Even de voetjes laten rusten. Dit is zo’n momentje dat ik rondkijk en even fantaseer over hoe Machiavelli en Lorenzo de Medici hier gelopen hebben. Hoe onder deze Loggia de bestuursleden werden gekozen, en alle drama die zich heeft afgespeeld op dit plein. Heel even voelt het alsof ik het verleden bijna kan aanraken. Bijna alsof ik de geesten van die tijd als doorzichtige verschijningen tussen de mensen door zie lopen. Bijzonder 🙂
Ik overweeg of ik vandaag nog iets anders ga doen. Ik had aanvankelijk gedacht vanmiddag nog naar Piazzale Michaelangelo te gaan, een mooi uitkijkplek aan de andere kant van de rivier.
Maar het is best een eindje uit de buurt, ik ben moe en het miezert toch, dus hele mooie foto’s ga je daar vandaag niet maken. Prima, dan ga ik lekker terug naar het huisje. Ik heb immers de hele week nog.
Eenmaal terug bij het station vind ik A) een toilet en B) alsnog het loket voor de bustickets! Ik koop een 10-rittenkaart.
Maar dan: welke bus moet ik eigenlijk hebben? Ik had online ergens gelezen dat iemand lijn 8 nam, maar rondom het hele station geen bushalte van lijn 8 te bekennen. Ik vraag het een buschaufeur.
“Scusi. Dove trovo linea otto?” (Pardon, waar vind ik lijn 8?)
“Non è qui.” (Het is niet hier.)
“Oh ok. Come vado a Bagno a Ripoli?” (Hoe ga ik naar Bagno a Ripoli?)
“Prendi linea ventitre-A”, zegt de chauffeur en gebaard naar achter hem.
En zowaar, achter zijn bus zie ik een bordje voor lijn 23-A.
Een kwartier later stap ik in.
“Vai a Bagno a Ripolo, no?” vraag ik voor de zekerheid ook nog even aan deze chauffeur.
Hij kijkt me aan met een blik die zegt van: Jij durft zomaar tegen mij te spreken?
Maar dan knikt hij. Nou nou, vriendelijk hoor. In de bus maak ik me een beetje zorgen. Bagno a Ripoli ligt best wel ver weg en deze bus stop veel vaker dan op de heenreis. Bovendien is er ook een straat die Ripoli heet. Gaat hij wel naar het dorp? Ik zet de TomTom maar eens aan om te kijken of we wel de goeie kant opgaan. Maar zowaar, hij rijdt inderdaad wel de goeie kant op (uiteindelijk). Toch lijkt hij niet precies daarheen te gaan waar ik moet zijn (en ook niet waar ik vannochtend ben opgestapt). En als ik zie dat de bus weer verder wegrijdt van mijn eindbestemming stap ik bij de volgende halte toch maar uit. 1.3 kilometer van de eindbestemming af. Dat loopt ik wel.
Ik vind mijn auto terug. Voor ik terugrij, doe ik nog een paar boodschappen. When in the Chianti region, ook maar even een chianti wijntje scoren dan.
Eenmaal weer thuis is het lekker douchen, een salade in mekaar draaien, stukje lezen en dit typen.
Terwijl ik deze laatste zinnen typ, komt Tommaso langs. Hij brengt een bosje mint, wat aardig.
We praten wat. Ik vertel over de tour. Hij is op het land bezig geweest.
Hij waarschuwt me: Morgen komen zijn dochter en een neef of nichtje ook hier, die zullen waarschijnlijk in de tuin spelen. Prima joh. Hey, ciao he!
Ik moet zeggen: Ondanks de regen, een schitternde dag vol indrukken! Ik had begrepen van Joanne dat hun organisatie ook een tour door de Uffizi organiseren. Ik denk dat ik dat ook maar eens ga boeken voor later in de week. Erg lekker om zo bijgepraat te worden en zo te weten waarnaar je kijkt.
Maar voor morgen laat ik de agenda nog open. Het is zondag, dus ik ga liever niet de stad in.
Misschien Fiesole, misschien ergens anders heenrijden, of misschien gewoon in en om het huis blijven. We shall see. No rush. Holiday Maximus 🙂