De start is niet geweldig: Ik heb niet zo goed geslapen als ik wel had gewild. Enerzijds omdat mijn hoofd toch afdwaald naar dat geldgedoe. Anderzijds moet ik ook weer erg wennen aan de warme nachten. Van vorige trips weet ik dat dat even tijd nodig heeft. Het haastige gevoel van De Nederlander moet er even uit om plaats te maken voor de bourgondische Romein in mij.
Ik ben iets over 9 uur weer op pad. Eerst naar de fotoshop! Daar tref ik een alleraardigste meneer op leeftijd achter de toonbank die geen woord engels spreekt. “No problema”, zeg ik. “La mia problema non è dificile. ”
Als ik het klepje van het batterijslot opendoe, snapt hij het ook. Toch is het niet vervelend als dan zijn zoon binnenkomt. Ongeveer van mijn leeftijd en hij spreekt uitstekend engels.
Maar ik mag wel 70(!) (settanta) euro neertellen voor de batterij. Ouch. Online zag ik ze volgens mij voor 30. Maar goed, ik heb in ieder geval weer een degelijke camera en dat vind ik toch ook belangrijk. Daarna besluit ik om toch weer naar het Pantheon te gaan. Mijn voeten doen nog zeer van gisteren, dus Castel Sant’Angelo vind ik te ver lopen (inclusief binnenkant). Het Pantheon is overdag open en om daar voor het eerst naar binnen te lopen is wel en hele bijzondere ervaring. De open koepel die de trend heeft gezet!

De St. Pieter en zelfs het witte huis zijn naar het concept van het Pantheon ontworpen. En dan te bedenken dat dit al meer dan 2000 jaar als kerk wordt gebruikt. Eerst voor de “pagan gods” en daarna voor de christelijke, tot aan de dag van vandaag. Ik moet zeggen: dit gebouw is wel een reclame voor religie. Als je naar boven kijkt, zie je de lichtkolom die door de ronde opening wordt geschapen.

Ik snap wel dat zoiets het gevoel kan geven dat je daar in contact staat met het hemelse. Het is werkelijk mooi en impossant. En passant kom ik nog even het graf van Rafaël tegen. En trouwens ook die van de vrouw waarnaar ‘s werelds bekendste pizza is venoemd, Margharita. ( dat was de vrouw van Umberto, een belangrijk kereltje)

Op de terugweg koop ik in een paninishop een lekkere slice pizza. To go, voor straks op de kamer. De siesta is normaal van 12:00 tot 14:00 en ik snap waarom. Het is inmiddels al half één en damn, wat is het ineens warm! Ook begint de onderkant van mijn linkervoet redelijk zeer te doen. Er is een blaar in de maak! (jaah jaah een blaar in de maak)
Op de terugweg word ik door een dametje gevraagd binnen te komen lunchen (je kent ze wel, ik noem een leidseplein). Deze lijkt alleen eng veel op de zus van Tony Soprano, voor wie die serie kent. Dan snap je dat dat niet erg uitnodigd!
Ik rust uit in een heel klein parkje, verheven boven de omringende straten. In de koeltje onder de bomen geeft ik mijn voeten even de rust en hervul mijn flesje bij de fontein. Dat is wel fijn: overal in het centrum zijn fonteintjes en kraantjes waar 24/7 koel drinkwater uitstroomt. Laat dat nou net mijn favorite zijn! Even later ben ik (warm en bezweet) weer op mijn kamer. Na de hoognodige douche geniet ik van mijn lekkere pizza. Geen idee hoe het heet, maar het is vers en lekker. (Kaas, tomaat, olijven en een hele lekkere bodem.
Daarna dommel ik wat, ik blog over mijn eerste dag en youtube wat Inside the Actor’s Studio afleveringen. (Eddie Murphy en de andere weet ik al niet meer)
Ik dacht even 2 uurtjes te rusten, maar mijn lichaam laat weten aan veel meer rust behoefte te hebben. De slechte nacht laat nu ook van zich horen. Dus ik geef me gewonnen en ik verblijf gewoon 6 uur in m’n kleine kamertje.

En dat helpt. Ik voel me beter.

Rond half acht ‘s avonds besluit ik naar Trastevere te gaan, de wijk net buiten het historische centrum waar de goede restaurants en pubs schijnen te zijn. Bus H brengt me er direct heen. Het is inderdaad een gezellige wijk. Gemoedelijke sfeer en heel veel horica.
Na een rondje gelopen ga ik naar binnen bij een trattoria genaamd Mario’s. De naam vertelt niet het hele verhaal, moet ik zeggen 🙂 Het is een familierestaurantje. De dames zijn druk in de keuken, zoonlief doet de meeste bediening en opa zit aan een tafeltje en houdt het overzicht. Af en toe “springt” hij bij om kleinzoon te helpen met het afruimen van de tafels. Het is leuk om te zien. In Italië eet je vaak een primo en een secondo. (1e en 2e gang) Het is niet helemaal hetzelfde als een voor- en hoofdgerecht zoal wij dat kennen. De primo is vaak pasta en de secondo vaak vlees of vis. Ik heb geen reuze honger, dus ik bestel alleen een primo. Tagliatelli con funghi, lekker simpel.
Terwijl ik wacht (en even een boekje lees), zie ik in de keuken een dame van midden 50 letterlijk met een (blauwe) tijl vol met penne en tomatensaus in de weer zijn. Dat bedoel ik. Niet van dat halve werk! Onwillekeurig denk ik terug aan vakantie’s in Frankrijk en Wales, waar we op de camping ook salade maakten in een tijl, omdat we niks anders bij ons hadden dat groot genoeg was.
Het eten is verrukkelijk, werkelijk. De pasta bevat veel meer olie dan wat ik in Nederland tegenkom.
En de paddestoelen zijn gemarineerd denk ik, want ze zijn zeer vol van smaak. De halve liter witte wijn en de literfles water krijg ik niet op. (hoewel ik met die laatste een heel end ben gekomen).
Al met al brood, halve liter wijn, een liter (lekker koud) mineraalwater en een goed bord tagliattelli: 14 euro. Prima prijsje.
Na afrekenen loop ik terug richting de bushalte, maar ik kom voorbij de Tiber. En dan kan ik het niet laten om even een eindje beneden langs de oever te gaan lopen. Hoewel het verkeersgeluid er nauwelijks minder is, is het er toch even rustig; je botst tegen niemand op.
De foto’s die ik probeer te maken met zoveel onderbelichting lukken nog aardig:

ik loop langs de Isola Tiberina (eiland in de Tiber) weer terug naar de halte. De bus laat echter wel erg lang op zich wachten en na een tijdje stap ik maar op de tram, die maar voor een klein deel de goede kant opgaat. Ach, het scheelt weer een paar honderd meter. De rest loop ik dan wel weer.
En daar heb ik geen spijt van! Capitoline Hill, Fora Romana, de Arc van Titus, Mercati di Tranaio (Markten van Trajanus) en het Colosseum: ik kom ze allemaal tegen. Zeker het uitzicht op het forum vanaf de Capitoline is fenomenaal!

Op de Capitoline staat in het midden een bronzen beeld van Marcus Aurelius te paard, aka de oude keizer uit The Gladiator. Jammer dat dit niet het orgineel is. Het plein zelf is ontworpen door Michelangelo.

Er zijn hierboven op dit tijdstip (tegen 23 uur) maar heel weinig mensen, ook zo lekker. Dit is een veel betere tijd om rond te wandelen!

De monumentdichtheid van deze stad is echt bizar. Amsterdam heeft 1 Rijksmuseum. Rome heeft wel 100 (zo niet meer) gebouwen en monumenten die nog veel impossanter zijn. Wat zegt dat over een stad, hè?
Er zit toch iets van uiterlijk vertoon in. Misschien ook wel schijnheiligheid. Schijn-heilig. Maar goed, ze weten schoonheid wel een prominente plek te geven in het dagelijkse leven. Ik denk dat dat de levenskwaliteit wel verhoogd en ik denk ook dat wij in Nederland hier wel iets van kunnen leren. Of laat ik het even bij mezelf houden: Ik kan er wat van leren.
Ik kom hoe dan ook tevreden bij het hotel. Een heerlijke douche, een heerlijke slok gekoeld water. Even bloggen en dan naar bedje toe 🙂

Ciao, mi amici!