Zaterdag 25 april. 19:53 uur.
Oeh la la. Ik zit in de luie stoel in de zithoek van Tommaso’s huisje, laptop op m’n schoot en een leeg scherm voor me. Ik moet gewoon even zitten en navoelen waar de woorden zitten. Het was een hele indrukwekkende dag.
Vannochtend heb ik heerlijk rustig aan kunnen doen. Ik hoefde me pas ‘s middags in de stad te melden. Waarom? Wel, eergisteren ben ik gaan verzinnen wat ik met mijn resterende tijd zou gaan doen.
Ik wist dat ik de zondag als rustdag wilde nemen, wetende dat er maandag weer een 12-urige reis aan zit te komen. Dus ik had nog de vrijdag en zaterdag om dingen te gaan bezoeken. Ik wilde ook nog iets buiten Florence gaan bekijken (en gisteren dus gedaan), dus er was in feite nog één dag over om iets in de stad te gaan doen. Van mijn wishlist stonden er nog genoeg dingen open waar ik nog niet aan toe ben gekomen. De Galleria dell’Academia, de Bargello, Brancacci kapel, San Miniato al Monte en het Galileo-museum waren allemaal nog bezienswaardigheden die hoog in de lijst stonden. En -hoe kan het ook anders- de Uffizi.
En ik bedacht: Ik heb het financieel niet al te gek gemaakt deze vakantie. Ik ben niet uit eten geweest, geen dure excursies gedaan of spullen gekocht. Let’s go a little crazy. En dus heb ik de Uffizi tour geboekt….met daarbij de exclusieve wandeling door de Vasari Corridor!
De wat? Ik heb het een paar dagen terug gehad over hoe de Palazzo Vecchio, het oude stadshuis, verbonden is met een loopbrug aan het nabij gelegen Uffizi, de kantoren van de Medici’s. (Volgens mij gebouwd door Cosimo I, maar kan ook later zijn). En de Uffizi is middels een lange gang verbonden aan de Palazzo Pitti aan de andere kant van de Arno. Die gang, ongeveer een kilometer lang, heet de Vasari Corridor. Deze is niet vrij toegankelijk. Een wandeling hierdoor moet je boeken, voor een pittig prijsje. En zelfs dan, zoals zou blijken, wordt je de hele route vergezeld door een beveiliger. (Het schijnt ook een belangrijke rol te spelen ook in Dan Brown’s Inferno…heb ik niet gelezen)
Goed! Wetende dat dit eraan zat te komen ben ik vannochtend wel met de nodige voorpret opgestaan. Uiteraard was ik nog steeds veel te vroeg in de stad. Ik kon het toch niet laten om nog even weer in de Loggia dei Lanzi te gaan zitten. Mijn manier om vast vaarwel te zeggen aan het straatgewoel en gevoel van deze bijzondere stad. Ik heb me ondertussen even ingelezen in een aantal werken die ik zodadelijk zou gaan bekijken. Daarna heb ik ook nog even kort de binnenplaats van het Palazzo Strozzi bezocht. Dat was er ook nog één waar ik wel meer van had willen zien. 🙂

En om 13:30 stond ik weer voor de deur van Artviva, wat letterlijk 1 minuut verwijderd is van het Strozzi-gebouw. Er begonnen zich steeds meer tour-genoten om me heen te verzamelen. En verrek zeg, weer alleen maar Amerikanen! Dat heb ik echt nog nooit eerder meegemaakt. Gevoelsmatig is de toeristen-verdeling hier 40% italiaans, 40% amerikaans, 10% koreaans of chineens en 10% de rest van de wereld. Misschien is het nu daar vakantie, ofzo? Heel apart. Anyhoo, al snel komen de gidsen erbij. Ik zit weer bij een britse dame in de groep, maar d’r naam is me niet helemaal bijgebleven. Het klonk meer Italiaans, eerlijk gezegd. (Carina ofzo).
We gaan op weg richting de Uffizi. Daar aangekomen zien we dat het goed druk is. Het is vandaag een nationale feestdag, bevrijdingsdag, ook goed te zien in de vertegenwoordiging van de vlaggen in het straatbeeld:
Bij de ingang van de Uffizi staat een enorme rij. Wij mogen, als geboekte groep, gelukkig in een iets kleinere rij. Binnen moeten we door metaaldetectors. Onze gids, ik ga d’r gewoon Carina noemen ook, zegt dat het ook nog eens zo is dat er heel veel schoolkinderen zijn, want deze tijd is traditioneel de periode waarin scholen hun excursies organiseren. Ze memoreert nog even aan haar eigen ervaringen van die leeftijd, en hoe boeiend oude schilderen voor je zijn als je twaalf jaar bent. Gaaaaaaaap.
Maar goed, na enige tijd zijn we dan eindelijk binnen. Moeten wel eerst even vier flinke trappen op, maar bovenaan worden we dan welkom geheten door borstbeelden van de familieleden die verantwoordelijk zijn geweest voor de bouw van deze “kantoren”, alsmede de kunstverzameling die er nu in staat. Moet ik het nog zeggen hoe ze heten? 🙂


We stappen een vertrek in met een paar interessante Romeinse beelden.


Dan komen we in de eerste van de twee lange gangen.
Wow. Alle beelden die hier in de gang zijn opgesteld, zo vertelt Carina, zijn orginele Romeinse vondsten. Zo. Best veel. En een paar bekende koppen!







Het plafond is ook bizar zeg. Het bestaat uit dit soort, ietwat chaotische samenstellingen.
Carina vertelt dat de artiesten die deze fresco’s gemaakt hebben waarschijnlijk een carte blanche hadden gekregen om hier eigen invulling aan te geven. En elk van deze fresco’s is anders. Je ziet hoe lang de gang is. Bizar.


Ze neemt ons mee een aantal kamers in. Een schilderij, hoewel behoorlijk lelijk als je het mij vraagt, is toch wel bijzonder. Onze gids vertelt namelijk dat dit een van de vroegste schilderijen is waarop een techniek is gebruik waar de Renaissance-schilderstijl op voort zou borduren:
Realisme (dat wil zeggen, personen geplaatst in een echte omgeving en niet loszwevend) en perspectief. Ja, ze zit op een troon en er is een vrij rudimentaire vorm van 3D toegepast. Ook het feit dat de vier mannen onderaan daadwerkelijk allemaal een andere kant opkijken was nieuw. Tot die tijd keken karakters altijd hetzelfde. Grappig. Maar dit was dan ook in 1200-nogwat, feitelijk nog in de middeleeuwen.
Zo lopen we van kamer naar kamer, waarbij we steeds wat verder in de tijd gaan, en je zo de technieken steeds verfijnder ziet worden. Een van de geinige details die me vorige week ook was verteld, is dat het op een zeker moment mode was voor schilders om zichzelf in een schilderij te verwerken. En als ze dat doen, dan kan je ze vaak herkennen, omdat dat het personage is dat recht naar de “camera” kijkt. Nu vonden we er ook weer een paar:


Een van de hoogtepunten waar ik voorafgaand aan deze reis naar uitkeek was het bekijken van dit schilderij:

Ja, mooi. Groter dan ik had verwacht, gek genoeg. De kleuren komen op de foto beter tot z’n recht dan in de zaal, trouwens.
Dan komen we uit in een imposante balzaal. Het plafond lijkt wel wat op die van San Lorenzo. Aan weerszijden van de zaal bevinden zich twee reusachtige -onafgemaakte- schilderijen van Rubens. Het bleek dat Rubens de favoriete schilder was van de de laatste Medici: Anna Maria Luisa de Medici. Het scheen zelfs zo te zijn dat ze in zijn huis is gestorven. Nutteloos maar leuk feitje, toch 🙂
Michaelangelo had het niet zo op schilderen. Hij vond het een mindere vorm van kunst. De drie dimensies van het beeldhouwen spraken hem meer aan. Toch heeft hij een paar schilderijen gemaakt. (Je moet toch de kost vedienen). Zover ik begrepen heb is dit het enige schilderij van Michaelangelo dat in Florence is. (van het handje vol dat hij heeft gemaakt). Wat opmerkelijk is, aangezien hij een heuze celebrity was in zijn tijd.
Het wordt gezien als een masterpiece. Is dat ‘t ook? Ik weet nie. Carina wijst ons op het feit dat Michaelangelo iets meer bezig was met het mannenlichaam dan dat van vrouwen. Ze zegt: “Ik moet me een jaar scheelwerken in de gym om zulke armen te krijgen als Maria hier.”
Ja, nou je het zegt. Redelijk bulky 🙂
Tegen die tijd zijn we klaar met dit deel van de tour. Een deel van de groep gaat niet mee de Vasari Corridor in. Carina brengt deze mensen naar de uitgang terwijl wij boven wachten tot ze terug is. Op het terras zie ik ineens hoe dicht we bij deze bekende jongen zijn:

Ik raak aan de praat met een amerikaans stel. Uit St. Louis. Ze zijn hier ook al een week en gaan dinsdag weer terug, redelijk vergelijkbaar. De man is al vaker in Europa geweest, dus we kletsen wat over Rome. 🙂 Aardige lui.
Dan is het op weg naar de Vasari Corridor! Aangekomen bij de afgesloten deur blijken er wat complicaties. Er moet een beveiliger met ons mee en die is er niet. Na wat discussies over de portofoon komt er eindelijk iemand met een sleutel opdagen. En we mogen naar binnen.


Ik wist dat er kunst hing in deze gang, maar pas nu hoor ik dat het grootste deel van de gang volhangt met zelfportretten. Leopoldo de Medici, de knakker die begonnen is deze kunst in de Uffizi te verzamelen, heeft kunstenaars over de hele wereld (dat wil zeggen: Europa) brieven gestuurd en gevraagd of ze een zelfprotret wilden doneren. Die traditie is vervolgens doorgezet en er zijn portretten tot onze tijd te bewonderen.
Het zal allemaal wel, het is ook gewoon bijzonder om hier te zijn! De overvolle Uffizi gallerij laten we dan ook achter ons en we gaan een gang door die we gewoon voor onszelf hebben. De oordopjes kunnen uit en we kunnen in alle rust de kunst hier bekijken.
Carina kletst echt honderuit. Wel gaaf hoor, om te merken dat deze gidsen zelf echt gepassioneerd zijn over hun werk. Ze staat geen standaard verhaal af te rafelen.
Er is ons in deze gang zoveel vertelt, en ik heb vandaag bijna 200 foto’s gemaakt. Ik zal je niet vervelen met al die details. Het was een hele bijzondere ervaring. En het was te merken dat Carina haar tijd nam. De beveiliger die ons begeleidde begon aardig geirriteerd te raken dat ze behoorlijk uit haar tijd liep 🙂 Wij kregen in ieder geval een schitterende tour. Hier een paar impressies:









Het loopt tegen zes uur als we de poort van de Palazzo Pitti weer uitlopen en Carina hartelijk bedanken voor haar enthousiaste verhalen. En daarmee komt ook een eind aan deze ontzettend goeie afsluiter van mijn bezoek aan Florence. Ik neem bij de Arno een taxi terug naar Bagno a Ripoli en rij met een gelukzalig gevoel terug de heuvel op.
Bedankt voor alle mooie beelden en indrukken, Firenze! U bent daadwerkelijk bewonderenswaardig!