Dinsdag 21 april. 16:48 uur.
Met lichtverbrande wangetjes (oké: wangen), sta ik vandaag weer -ja vroeg- op.
Vandaag, besluit ik, ga ik alsnog de Medici kapel in. En als het qua tijd lukt (ze sluiten allebei in de eerste helft van de middag weer) wil ik ook een bezoekje brengen aan het klooster van San Marco, befaamd (of berucht) vanwege Savonarola, de strenge Domenicaanse priester, die een tijdje de macht kreeg in de stad.
Ik moet ook boodschappen doen, dus ik besluit dit keer naar een grotere supermarkt te rijden in de wijk Gavinana. Ook daarlangs rijdt mijn geliefde lijntje 23, en die brengt me weer in het centrum. Niet ver van de bushalte vind ik alweer Piazza del San Lorenzo. Perfetto 🙂
En jawel: Meneer is open dit keer! 🙂 De ingang biedt direct een trap omlaag. Je komt dus eerst uit in de catacomben. Hier liggen her en der verspreid, in niches, maar ook gewoon in de vloer, allemaal graven van tientallen Medici-knakkers en knakkeressen. In het midden van het gewelf is een tentoonstelling opgesteld van allerlei bling-bling van de familie. Scepters, kronen, beelden, en vooral veel zilverwerk. Een aparte combinatie, zoveel blits in een catacombe.
Als ik daar uitgekeken ben loop ik de trap op die me brengt in de Medici kapel. Whoa….Het lijkt wel of ik in een hal terecht kom waar Zeus en zijn maatjes worden aanboden of zo! Het is een acht-hoekig vertrek, waarin aan beide zijden drie echt enorme tomben staan opgesteld. Helaas zijn er ook restauratiewerkzaamheden gaande, dus een groot deel staat ook in de stijgers. Desalniettemin: Wauw!
Het heeft een paar uur gekost, maar ik heb een paar seconden video kunnen uploaden:
Hier liggen de Medici’s die zichzelf als Hertog hebben gekroond, een gewoonte die haaks stond op de traditionele Republiek-gedachte. Alhoewel, de vroegere Medici’s waren in feite net zo machtig als een Hertog, maar ze speelden het als zijnde een Republiek. Dat was in een tijd waar De Medici’s nog tegenstand van niveau hadden in de vorm van de Strozzi’s, Abizzi’s, Pazzi’s etc.
Toen ze zichzelf echter Hertog konden noemen, tja, toen hoefden ze niet meer voorzichtig te doen. Dan is het misschien ook niet zo gek dat je zo’n statement van een gedenkmonument opgericht voor jezelf.
Na een tijdje loop ik weer een ander vertrek in. Deze brengt me bij Sacrista Nuova, volgens mij ontworpen door Michaelangelo, maar ik begin zelf ook de draad kwijt te raken. 🙂 Hier ligt dan dé Medici der Medici’s: Lorenzo Il Magnifico.
Tegenover hem ligt zijn broer, Giuliani. Erg mooi dat men deze twee bij elkaar heeft gezet, want tijdens een aanslag (precies 500 jaar voordat ik geboren werd) op hun beide levens, kwam Giuliani om het leven. Lorenzo wist in leven te blijven door door deze deur in de Duomo te vluchten:
Uiteindelijk wist hij deze dramatische gebeurtenis zo aan te wenden dat zijn macht er alleen maar groter van werd. De wraak die volgde op hun vijanden (de Pazzi’s met name) loog er niet om. In feite bleef er niemand meer leven die nog serieuze oppositie kon bieden. Het heeft wel een zekere “poetic justice” dat zijn broer, wiens leven genomen moest worden voordat Lorenzo tot de grote leider kon uitgroeien, dat hij net zo geëerd wordt als zijn broer.
Mooi. Heel mooi 🙂 Ook wel weer een hoogtepuntje hoor. Ik ben blij dat ik alsnog teruggegaan ben.
Zo. Op naar de volgende: San Marco. Ik weet inmiddels de weg 🙂 Dit klooster is dus beroemd vanwege Savonarola, de priester die ten strengste het bankieren afwees van die tijd: Geld uitlenen tegen rente aan je gelijke was iets dat echt niet kon. Daarom zijn de bankiers ook een tijdje joden gaan inzetten om het geld uit te lenen. Dat waren immers vreemdelingen, dus dan was het geen usery meer. Ja, laat het maar aan bankiers over om creatief met de regels om te gaan, niet 🙂
Maar goed: Savonarola was dus een tijd lang de Overste van San Marco. Ook weten we van het bestaan van de broeders Fra Angelico en Fra Bartolomeo, vanwege hun schilderingen. Bartolomeo in actie:
De cellen van de monniken zijn elk “opgeleukt” met één prent aan de muur. In een hokje van 2 bij 2 kijk je daar dan de halve dag naar. Als er ooit een recept was om knettergek te geraken…

Verrassend genoeg had Cosimo Il Vecchio, de grootvader van Lorenzo, hier ook een eigen vertrek waar hij zich regelmatig terugtrok. Helaas is dat gedeelte vandaag afgesloten. Het is wel een apart contrast, eigenlijk: De overdadige Medici kapel, en dan de kale cellen van San Marco. Twee heel verschillende wereldbeelden, extremen die elkaar nooit zouden hebben kunnen vinden…


Ik weet niet wat ik ervan moet vinden, San Marco. Het heeft wel wat, maar ik voel me er ook een beetje depressief worden. Savonarola beweerde visioenen te hebben, die hem rechtstreeks door God werden ingegeven. Hij heeft enkele voorspellingen gedaan die, zo men zegt, ook uit zijn uitgekomen. Maar al dat hoog van de toren blazen, dat vond het Vaticaan toch allemaal lastig. Toen hij na meerdere waarschuwingen om zijn toon te minderen nog geen gas terugnam, werd hij door de paus ge-excommuniceerd. En toen ook dat niet hielp werd hij opgepakt en op de brandstapel gegooid op het Piazza della Signoria. Interessant om te weten: De Medici’s waren ook de bankiers van de pauselijke gelden. Een relatie? Wie weet.
Ik verlaat het klooster via de achteruitgang en begeef me naar mijn laatste bezoekje van vandaag: Palazzo Medici-Riccardi. Het “huis” dat door De Medici’s is gebouwd (en bewoond) en wat later (17e of 18e eeuw geloof ik) in handen is gekomen van de Riccardi-familie. Het ligt precies tussen San Marco en San Lorenzo in, dus ik ben er zo.
Ja, dit is wel een imposant optrekje. Helaas valt er niet zoveel historische hoogtepuntjes te beleven. Er hangt een collectie van de schilder Fausto Zonaro. Wel mooi. Op de bovenste verdieping hangen nog wat portretten van deze en gene weinig aantrekkelijke (latere) Medici’s. Dat is het wel zo’n beetje. Jammer. Het gebouw is wel mooi, maar het lijkt alsof alle interessante inhoud die er ooit geweest moet zijn nu ergens anders is (in een zekere catacombe, bijvoorbeeld)
Ik denk dat ik nog geen uur binnen ben. Dan geloof ik het wel weer. Ik stap bij San Marco op mijn lijntje 23 en na een boodschapje zit ik daarna alweer op tijd in de koele schaduw van de patio 🙂 Die combinatie van stads-drukte en landelijke rust is wel prettig eigenlijk 🙂 Gisteren vertelde Tommaso dat hij niet graag in de stad komt.
“Elke keer als ik dan weer hier kom,” zegt ‘ie, “aaahhh…i feel free.”
Ja man. You lucky, lucky bastard.

