Ik loop in het Rijksmuseum. Met mijn moeder. Het lijkt in zoverre op het Rijksmuseum dat het oude, statische gangen en trappen heeft. Het voelt ook wel een beetje als het schoolgebouw van de Vrije School van lang geleden. De zalen zijn interessant, al hangen er geen schilderijen.
In een van de zalen staat een hele oude race auto opgesteld, zo’n sigaarvorming geval uit 1920. Het ziet eruit alsof het van blik is. Het heeft een lichtblauw metallic kleur. In een andere zaal is alleen één hoek van het vertrek ingericht. Als een boekenkast, maar liefst. Maar voor de boeken staan allemaal frutsels en prularia. Een houten Pinoccio-poppetje (met zo’n rood mutsje), een speelgoedautootje, een driedimensionale puzzel en meer van dat soort dingen. Ik pak er een boek uit, (moet ik eerst allemaal troep aan de kant schuiven), maar voor ik kan lezen wat de titel is…

Donderdag 16 april. 05:00 uur.

De wekker tettert me wakker. Ik weet meteen wat me te doen staat. Op de dagen dat ik weet dat ik er de volgende dag erg vroeg uit moet, probeer ik altijd op tijd naar bed te gaan. Meestal lig ik dan in bed mezelf te commanderen om in slaap te vallen. Hopenloos natuurlijk. Gisteren probeerde ik dat los te laten. Ik voelde me sowieso al vrij moe en dacht: Ik ga niet denken aan slapen, ik ga ook niet mijn gedachten richting vakantie of andere leuke dingen sturen. Ik ga gewoon liggen en ik volg waar mijn gedachten en beelden me brengen. Ik laat de controle los. Terwijl ik sta te douchen concludeer ik dat het heeft gewerkt. Ik heb wat lichter geslapen dan normaal. Maar ik heb wel echte nachtrust gehad. Beter dan gemiddeld bij de start van een vakantie! 🙂

Om 5:30 rijd ik de straat uit. Ik heb echt ziek veel spullen bij me. Een koffer, twee weekendtassen en een rugzak. Maar ach…als het past, waarom ook niet? Iets meer dan een uur later, de zon begint nu op te komen, rijd ik Duitsland binnen. Okee, vakantie begonnen. 🙂

Tja. Veel valt er over de reis niet te vertellen. Duitse autobahn. Rijdt lekker door. Het is niet erg druk. Bij Dusseldorf, Frankfurt en Stuttgart is het wat langzamer rijden, maar nergens lang. Ondertussen luister ik naar een “Basiscursus Cosmologie”-lezing. Interessant 🙂 Ja, jongens: Het heelal bestaat voor 74% uit donkere energie waarover we niks weten. Belangrijk! Noteren! Daarna volgde “Parels van Rome”, over een vrouw die het eiland Ponza bezoekt, op zoek naar de overblijfselen van een keizerlijk paleis. Ze komt bedrogen uit. Het brengt me de dag door, want verder is het vrij saai. Tegen 15:00 uur, inmiddels meer dan 9 uur onderweg, merk ik voor het eerst dat ik het wel een beetje zat begin te worden.

Alpen

Mijn motivatie wordt echter al gauw opgekrikt als daar de Alpen voor me opdoemen. Toch wel weer indrukwekkend hoor! Ik had verwacht door de Brennerpas te gaan rijden, zoals ik dat een aantal jaar geleden ook had gedaan, maar TomTom brengt me vandaag ergens anders heen. Ik kom bij de Fernpas uit en ik moet zeggen: Dit is een hele mooie rit! Het resterende stuk slinger ik met een glimlach op mijn mond door de bergen. Wat een plaatje van een uitzicht is het hier toch! Het is sowieso een mooie dag. Het zonnetje schijnt de boel 22 graden warm. En tegelijkertijd liggen hier de sneeuwresten nog langs de kant van de weg.

Alpensneeuw

Tegen 17:00 uur rijd ik Innsbrück binnen en enkele minuten later draai ik de parkeerplaats van het hotel op. Niet een geweldig hotel, zeker niet. Maar dat hoeft ook niet. Ik ben wel even klaar met rijden. De receptioniste, een wat oudere vrouw die volgens mij een paar tanden mist (dusss), helpt me vriendelijk. Ze geeft me ook een kaart van de stad en legt me uit hoe ik naar het centrum kan lopen. Ja leuk. Jaja, sehr gut, nah. Maar ik geloof niet dat ik nog zin en puf heb in iets.
Het eerste wat ik doe als ik op mijn kamer ben is douchen. Heer-lijk. Ik had uiteraard teveel proviant mee voor onderweg, dus ik eet nog wat aardappelsalade, tomaatjes en falafel.

Jeuh, wifi doet het 🙂 Dan maar even een stukje schrijven, he 🙂 En dan lekker lezen. Ik ga eindelijk aan mijn vakantieboek The Witcher beginnen denk ik. Dat luidt het helemaal in. En ik voel, nu ik dit stukje bijna af heb, dat ik best wel moe ben. Dit wordt geen late avond.

Maar dat is prima. Morgen op tijd eruit om de resterende 500 kilometer naar Florence af te leggen. Ik heb Tommaso, de huiseigenaar, verteld -trots: in het italiaans- dat ik verwacht tussen 14:00 en 16:00 aan te komen.

Sono venendo a te, Firenze! 🙂